De mogelijkheid om een baby buiten de baarmoeder te laten groeien, ooit verbannen naar science fiction, beweegt zich snel richting realiteit. Onderzoekers ontwikkelen kunstmatige baarmoeders die de uitkomsten van extreem premature baby’s aanzienlijk kunnen verbeteren, wat complexe vragen oproept over de toekomst van zwangerschap, ouderschap en de definitie van het leven zelf.
De klifrand van levensvatbaarheid en de zoektocht naar meer tijd
Het verhaal van Beth Schafer illustreert de onzekerheid van vroeggeboorte. Haar zoon, geboren na slechts 23 weken zwangerschap, balanceerde op de ‘klifrand van levensvatbaarheid’ – de kwetsbare drempel waar de moderne geneeskunde een overlevingskans kan bieden. Baby’s die zo vroeg worden geboren, lopen ernstige gezondheidsrisico’s, waarvoor vaak uitgebreide medische interventies nodig zijn en levenslange complicaties riskeren. Alleen al in de VS worden elk jaar binnen deze kwetsbare grenzen ruim 10.000 baby’s geboren, waardoor vroeggeboorte in het land de tweede belangrijkste oorzaak van kindersterfte is.
Een glimp van de toekomst: kunstmatige baarmoeders in ontwikkeling
Het idee van een kunstmatige baarmoeder is niet nieuw, maar recente ontwikkelingen brengen het dichter bij klinisch gebruik. In 2017 onthulden onderzoekers in Philadelphia een prototype dat was ontworpen om de ontwikkeling van de foetus buiten het menselijk lichaam te ondersteunen. Eerste dierstudies, vooral met foetale lammeren die 28 dagen in leven werden gehouden, toonden de haalbaarheid aan van het vermogen van een kunstmatige baarmoeder om de bloedcirculatie en orgaanontwikkeling op peil te houden.
Hoe het werkt: de omgeving van de baarmoeder nabootsen
AquaWomb, een Nederlandse startup, behoort tot de leiders in de ontwikkeling van kunstmatige baarmoeders. Hun prototype, dat lijkt op een groot aquarium, heeft tot doel de omstandigheden van de baarmoeder na te bootsen. Het vat behoudt een constante temperatuur en een dubbellaagse zak aan de binnenkant bootst het geleidelijke uitrekken en groeien na tijdens de zwangerschap. Een door mensen gemaakte placenta, bekleed met delicate katheters en canules, levert zuurstof en voedingsstoffen terwijl afval wordt afgevoerd, met als doel de vitale functies van de baby in stand te houden. Als dit proces mislukt, resteren er nog twee minuten voordat er onomkeerbare schade ontstaat.
De uitdagingen en ethische overwegingen
De ontwikkeling van kunstmatige baarmoeders verloopt niet zonder hindernissen. Onderzoekers worden geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van veiligheid, gezondheidsresultaten op de lange termijn en de mogelijkheid van misbruik. Naast de technische hindernissen ligt een complex web van ethische overwegingen.
- Ouderlijke binding en emotioneel welzijn: Het zien van een baby die in een tank hangt of in een tas wordt opgesloten, kan de band van ouders met hun kind en zelfs hun zelfgevoel als verzorger veranderen.
- Geïnformeerde toestemming: Als ouders wanhopig hun baby’s willen redden, hoe kunnen artsen dan zorgen voor geïnformeerde toestemming met betrekking tot de risico’s en voordelen van kunstmatige baarmoedertechnologie?
- Toegankelijkheid en gelijkheid: Als kunstmatige baarmoeders beschikbaar komen, wie zal dan toegang hebben tot deze potentieel levensreddende technologie, en hoe kan gelijke toegang worden gewaarborgd?
Het perspectief van een steungroep: verdriet, hoop en ‘wat als’
Het verhaal van de steungroep van Beth Schafer benadrukt de emotionele tol van voortijdig verlies en het verlangen naar alternatieve interventies. Ouders in de groep worstelen met verdriet, schuldgevoelens en een voortdurend verlangen naar ‘wat als’. Het vooruitzicht van een kunstmatige baarmoeder biedt een sprankje hoop, maar roept ook een pijnlijk gevoel van verlies op en de vraag of meer ingrijpen altijd beter is.
Een toekomst in ontwikkeling
Hoewel kunstmatige baarmoeders een enorme belofte inhouden, zijn ze nog jaren verwijderd van wijdverbreid klinisch gebruik. Voortgezet onderzoek, zorgvuldige ethische overwegingen en een open publieke dialoog zullen essentieel zijn om op verantwoorde wijze door deze nieuwe grens op het gebied van reproductieve technologie te navigeren en ervoor te zorgen dat de technologie de beste belangen van zowel zuigelingen als hun families dient.
Het hele veld opereert met bewaakte geheimhouding, en hoewel de technologie revolutionair zou kunnen zijn, zijn onderzoekers op hun hoede voor de implicaties. Zoals Van Ven het treffend verwoordt: “in de wetenschap is er evolutionair en er is revolutionair”
