Arctische ecosystemen zijn complex, waarbij elk wezen een cruciale rol speelt. Hoewel ijsberen worden gevierd als toproofdieren, reikt hun ecologische invloed verder dan hun primaire rol als jagers. Uit nieuw onderzoek blijkt dat deze prachtige wezens via hun overgebleven prooien onbedoeld miljoenen kilo’s voedsel aan andere Arctische soorten leveren, een bijdrage die veel belangrijker is dan eerder werd aangenomen.
Onderzoekers schatten dat de collectieve overblijfselen van ijsberen in het Noordpoolgebied jaarlijks maar liefst 7,6 miljoen kilo aas bedragen. Deze substantiële hulpbron voedt een breed scala aan aaseters, waaronder poolvossen, meeuwen, raven, andere ijsberen, sneeuwuilen, wolven en grizzlyberen. Deze dieren zijn, althans gedeeltelijk, afhankelijk van deze onverwachte beloning.
De omvang van deze bijdrage is enorm. Een enkele ijsbeer kan tijdens zijn jaarlijkse jachtpiek elke drie tot vijf dagen één zeehond opeten, wat neerkomt op ongeveer 1.000 kilogram zeehonden per jaar. Terwijl de beer het grootste deel hiervan opeet, blijft naar schatting 30 procent over als aas. Met ongeveer 26.000 ijsberen in het Noordpoolgebied hopen deze restjes zich op en vormen ze een enorme voedselbron voor aaseters.
De verborgen premie
Jarenlang wisten wetenschappers dat ijsberen voornamelijk de vette blubber van hun prooi consumeerden en de rest achterlieten. Het enorme volume en het belang van deze restjes werden echter grotendeels over het hoofd gezien. Dr. Nicholas Pilfold van de San Diego Zoo Wildlife Alliance, die vijftien jaar in het Noordpoolgebied heeft gewerkt, merkt deze vergissing op. Hij en zijn team analyseerden decennia aan onderzoeken, observaties en anekdotes die teruggaan tot de jaren dertig, waaronder gegevens over de calorische waarde van zeehonden en de consumptie van ijsberen.
Aaseters hebben zich rond deze natuurlijke voedselbronnen ontwikkeld. Poolvossen volgen bijvoorbeeld vaak de sporen van ijsberen, wachtend tot de beren hun maaltijd verlaten. Meeuwen creëren een kakofonie rond voederplaatsen en strijden intens om de restjes. Dit aas is vooral cruciaal in tijden waarin alternatieve voedselbronnen schaars zijn.
Een tikkende klok
De bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Oikos, onderstrepen de cruciale rol van de ijsbeer, niet alleen als toproofdier, maar ook als leverancier binnen het voedselweb in de Noordpool. Nu de klimaatverandering het Noordpoolgebied snel opwarmt, wordt deze essentiële hulpbron bedreigd.
Dr. Pilfold waarschuwt dat de afnemende populaties ijsberen, die in sommige regio’s al zijn waargenomen, onvermijdelijk de hoeveelheid beschikbare aas zal verminderen. In twee afnemende subpopulaties berekende het team een geschat verlies van 323.000 kilogram jaarlijks aas. Bovendien kan smeltend zee-ijs de toegang van aaseters tot deze essentiële voedselbronnen fysiek belemmeren.
Hoewel de precieze trapsgewijze effecten van minder aas moeilijk te voorspellen zijn, benadrukt Dr. Jon Aars, een ijsbeerexpert bij het Norwegian Polar Institute, dat de impact aanzienlijk zal zijn. De verwijdering van deze voedselbron zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor het bredere ecosysteem, afhankelijk van de specifieke soort en het Noordpoolgebied.
Conclusie
Het onderzoek schetst een duidelijker beeld van het ingewikkelde voedselweb in het Noordpoolgebied. IJsberen zijn door hun jachtactiviteiten niet alleen roofdieren, maar ook onbedoelde leveranciers. Hun overblijfselen vormen een cruciale, maar verborgen voedselbron die talloze soorten in het hele Noordpoolgebied in stand houdt. Maar nu de klimaatcrisis het voortbestaan van de ijsberen bedreigt, staat de toekomst van deze essentiële ecologische dienst op het spel, waardoor het kwetsbare ecosysteem van het Noorden mogelijk opnieuw vorm krijgt.

























